LESFICHE BEELD – “Beelden in beweging”
Deze les werd als intro voor onze creatieve instap deels uitgevoerd.
Daarnaast probeerde Hilde deze les ook uit met haar twee jongste dochters.
Tenslotte probeerde Karen deze les afgelopen donderdag, 02/06/2016, ook uit in het 5e leerjaar tijdens de 50 min. die voorzien waren ter afsluiting van het thema rond "pesten". Zo lag de moeilijkheid voor de kdn. hier bij het feit dat anderen hun tekening konden "verbrodden" wanneer ze hierop mochten kleuren met een stukje waskrijt. Ook was het hen totaal vreemd om op het einde van deze les het mooiste stukje uit hun eigen werkje te moeten knippen en hier één geheel van te maken met de hele klas. Het thema "pesten" ging trouwens ook over samenwerken met kdn. in de klas die allemaal anders zijn. Maar elk individu is uniek met zijn/haar eigen capaciteiten; mogelijkheden en sterktes om elkaar tot een hoger niveau te tillen..
Uiteindelijk viel deze les beter mee dan verwacht. De op voorhand gekende valkuilen bleken inderdaad een issue te zijn, daar de kdn. geen ervaring hebben met lessen waarbij ze hun eigen werkje uit handen moeten geven met een doorschuifsysteem. Uiteindelijk creëerden we binnen de 50 minuten een prachtig, abstract groot kunstwerk. Dit werk moet nog drogen, maar komt binnenkort in de daarvoor voorziene kader om het komende schooljaar op de gang omhoog te hangen. We hebben ook "bubble letters" voorzien voor de tekst: "5e leerjaar", zodat iedereen van de andere klassen kan zien van wie dit werkje is. Deze worden op het werkje geplakt, alvorens het volgende week wordt opgehangen.
Hieronder alvast enkele voorbeeldfoto's!
Deze les werd als intro voor onze creatieve instap deels uitgevoerd.
Daarnaast probeerde Hilde deze les ook uit met haar twee jongste dochters.
Tenslotte probeerde Karen deze les afgelopen donderdag, 02/06/2016, ook uit in het 5e leerjaar tijdens de 50 min. die voorzien waren ter afsluiting van het thema rond "pesten". Zo lag de moeilijkheid voor de kdn. hier bij het feit dat anderen hun tekening konden "verbrodden" wanneer ze hierop mochten kleuren met een stukje waskrijt. Ook was het hen totaal vreemd om op het einde van deze les het mooiste stukje uit hun eigen werkje te moeten knippen en hier één geheel van te maken met de hele klas. Het thema "pesten" ging trouwens ook over samenwerken met kdn. in de klas die allemaal anders zijn. Maar elk individu is uniek met zijn/haar eigen capaciteiten; mogelijkheden en sterktes om elkaar tot een hoger niveau te tillen..
Uiteindelijk viel deze les beter mee dan verwacht. De op voorhand gekende valkuilen bleken inderdaad een issue te zijn, daar de kdn. geen ervaring hebben met lessen waarbij ze hun eigen werkje uit handen moeten geven met een doorschuifsysteem. Uiteindelijk creëerden we binnen de 50 minuten een prachtig, abstract groot kunstwerk. Dit werk moet nog drogen, maar komt binnenkort in de daarvoor voorziene kader om het komende schooljaar op de gang omhoog te hangen. We hebben ook "bubble letters" voorzien voor de tekst: "5e leerjaar", zodat iedereen van de andere klassen kan zien van wie dit werkje is. Deze worden op het werkje geplakt, alvorens het volgende week wordt opgehangen.
Hieronder alvast enkele voorbeeldfoto's!
LESFICHE BEELD – “Beelden in beweging”
BOUWSTENEN
KLASSCHIKKING
LESVERLOOP
De lkr. kleedt tijdens de middagpauze het klaslokaal aantrekkelijk aan:
FASE 1 – INLEIDING (15’)
Bij het binnenkomen krijgen de kdn. een willekeurig stukje waskrijt. De kleur van dit stukje waskrijt zal bepalen met wie de kdn. een kwartet zullen vormen. De kdn. met dezelfde kleur waskrijt nemen samen plaats aan een tafel. Dit stukje waskrijt mogen ze nog niet gebruiken tijdens fase 1, maar komt nadien wel nog van pas!
1.1 Beschrijvend tekenen!
De lkr. legt de opdracht uit: “Nu gaan we eerst individueel aan de slag. Ik ben de opdrachtgever en jullie zijn de tekenaars van mijn atelier. Jullie nemen zo dadelijk een blad papier en een zwart stukje waskrijt voor zich. Ik probeer het werk van Jean Tinguely, dat in deze enveloppe zit, te vertellen. Jullie proberen te tekenen wat ik beschrijf, maar krijgen het kunstwerk zelf niet te zien”.
De lkr. beschrijft het volgende stapsgewijs:
Na enkele korte opdrachtjes, toont de lkr. hen het voorbeeldwerk. De kdn. bestuderen het werk. Nadien mogen ze ook bij de anderen in hun groepje kijken om te vergelijken met elkaar. De lkr. stelt de kdn. hierna enkele doelgerichte vragen:
1.3 Wie was Jean Tinguely?
De lkr. laat de kdn. rondlopen in de klas en vraagt hen om alle tentoongestelde werken van Jean Tinguely gericht te bestuderen. De kdn. passen in een latere fase de opvallendste beeldkenmerken van zijn werk toe op hun eigen creatie. Dit doen zij door dit inspirerend materiaal grondig waar te nemen. Samen worden de belangrijkste beeldaspecten zoals vormsoorten (tegengestelde vormen zoals hoekige en ronde vormen, geometrische en organische vormen, symmetrische en asymmetrische vormen, grillige en strakke vormen), kleurgebruik (felle en sombere kleuren) en lijnsoorten (zoals zigzag, kronkelend, recht, gebogen, golvend, stippellijn, streeplijn, spiraal, vloeiend, onderbroken, kort, lang, dik of dun) besproken via volgende doelgerichte vragen:
FASE 2 – KERN (20’)
2.1 Leef je uit met kleur!
De kdn. gaan terug naar hun plaats. Ze krijgen nu ieder één stuk gekleurd waskrijt (de eerste rood, de tweede blauw, de derde geel en de vierde groen). De lkr. geeft nu de opdracht om het volgende te doen: “Ik ga nu elke keer vragen om iets aan te passen op de tekening. Nadien schuif je jouw tekening in wijzerzin (met de klok mee) door naar de volgende persoon van jouw groepje. Zo moet je vier keer iets tekenen of aanpassen en mag je nooit twee keer hetzelfde blad voor je hebben liggen. Wanneer je eigen tekening weer terug tot bij jou is geraakt, zijn we klaar”. De lkr. geeft nu de volgende instructies:
2.2 Voeg mooie vormen toe!
De lkr. geeft aan dat de kdn. hun eigen werkje nu hebben teruggekregen en dat ze dit nog verder mogen uitwerken. Ze hebben nu inspiratie kunnen opdoen van elkaars werk maar ook van de andere werken van Jean Tinguely.
Elk kwartet beschikt ondertussen over een grote doos met waskrijt (verschillende kleuren). Nu is het de bedoeling om zelf mooie vormen uit de nieuwe, kleurrijke voorbeelden over te tekenen op hun eigen blad papier. Ze kiezen de mooiste vormen uit en zorgen ervoor dat ze rekening houden met de drie opvallendste beeldaspecten, nl. vormsoorten, kleurgebruik en lijnsoorten. Zo gebruiken ze deze keer verschillende kleuren waskrijt om wat meer kleur in hun werk te brengen. Deze kleuren mogen ze nu zelf uitkiezen. De lkr. kan enkele doelgerichte vragen stellen om hen gericht te laten kijken naar de werken van Jean Tinguely:
2.3 Maak nu één creatief geheel!
Wanneer de kdn. klaar zijn met vormsoorten, kleurgebruik en lijnsoorten toe te voegen aan hun werkje, ruimen ze al het materiaal op. Voor de snelle werkers is er een wachtopdracht voorzien waarbij de kdn. Jean’s machines in beweging mogen bestuderen m.b.v. filmpjes. De schetsen waarrond we gewerkt hebben, dienden vaak als ontwerp voor deze machines. De kdn. proberen om de verschillende vorm- en lijnsoorten uit de schetsen terug te vinden in de machines.
FASE 3 – SLOT (15’)
Wanneer iedereen klaar is, mogen ze naar elkaars afgewerkte producten gaan kijken. Dit doen we klassikaal. Elk kind mag kort vertellen hoe hij/zij te werk is gegaan om dit werkje te creëren:
Daarna kunnen ze proberen om hun eigen blad papier in vier delen te vouwen en elk deel apart te bestuderen. Wat is het mooiste stukje van mijn kunstwerk? Zo moet elk kind één stukje uitkiezen en vastkleven aan de andere werkjes, om er zo één groot geheel van te maken. Alle kleine individuele stukjes van de kdn. vormen uiteindelijk samen één groot kunstwerk. Er wordt tenslotte door de lkr. fixatief of haarlak over het grote kunstwerk heen gespoten, zodat de kleuren langer blijven behouden. Dit klassikaal gecreëerde kunstwerk kunnen de kdn. dan tentoonstellen in de gang zodat ook de andere kdn. van de school dit kunnen bewonderen.
BOUWSTENEN
- Vorm – vormsoorten
- Kleur – psychologische eigenschappen van kleur
- Lijn – lijnsoorten
- Compositie – vormgevingsprincipes (beweging en contrast)
- 3e graad (5e of 6e leerjaar)
- 50 minuten
- Verschillende vormsoorten en lijnsoorten kunnen benoemen en tekenen.
- Enkele typische kenmerken van het werk van Jean Tinguely met eigen woorden kunnen weergeven en toepassen in een beeldend werk.
- Waskrijt gebruiken bij het tekenen, maar ook om kleurcontrast toe te voegen aan het werk.
- 1.4
- 3.9
- 4.2
- 7.2
- 8.8
- 8.13
KLASSCHIKKING
- In het klaslokaal staan alle schoolbanken in groepjes van vier tegen elkaar geschoven. Hier gaan de groepen aan de slag met het daarvoor voorziene materiaal.
- In het midden van de klas staat een grote schildersezel tentoongesteld met daarop een boek van Jean Tinguely’s werken.
- Aan de vier zijkanten van de klas staan de andere schoolbanken naast elkaar. Hier liggen enkele van zijn werken omgedraaid klaar.
- Beeldmateriaal van Jean Tinguely: Requiem pour une feuille morte (fase 1), allerlei andere kleurrijke werken waaronder ook Homage to the Eiffel Tower (fase 1 + 2).
- Waskrijt (verschillende kleuren) om de kwartetten mee te vormen
- Een blad A3 tekenpapier en een zwart stukje waskrijt/per kind
- Enkele grote dozen waskrijt (verschillende kleuren)
- Fixatief of haarlak om de werkjes te fixeren
LESVERLOOP
De lkr. kleedt tijdens de middagpauze het klaslokaal aantrekkelijk aan:
- Het materiaal voor fase 1 ligt klaar (een blad A3 tekenpapier en een zwart stukje waskrijt/per kind en een grote enveloppe met een exemplaar van het voorbeeldwerk “Requiem pour une feuille morte” voor de lkr.,
- Een boek met Jean Tinguely’s werk staat tentoongesteld op een schildersezel in het midden van de klas,
- Aan de zijkanten van de klas liggen enkele van zijn werken omgedraaid klaar (deze mogen de kdn. nog niet zien tijdens fase 1, maar komen nadien wel nog naan bod).
FASE 1 – INLEIDING (15’)
Bij het binnenkomen krijgen de kdn. een willekeurig stukje waskrijt. De kleur van dit stukje waskrijt zal bepalen met wie de kdn. een kwartet zullen vormen. De kdn. met dezelfde kleur waskrijt nemen samen plaats aan een tafel. Dit stukje waskrijt mogen ze nog niet gebruiken tijdens fase 1, maar komt nadien wel nog van pas!
1.1 Beschrijvend tekenen!
De lkr. legt de opdracht uit: “Nu gaan we eerst individueel aan de slag. Ik ben de opdrachtgever en jullie zijn de tekenaars van mijn atelier. Jullie nemen zo dadelijk een blad papier en een zwart stukje waskrijt voor zich. Ik probeer het werk van Jean Tinguely, dat in deze enveloppe zit, te vertellen. Jullie proberen te tekenen wat ik beschrijf, maar krijgen het kunstwerk zelf niet te zien”.
De lkr. beschrijft het volgende stapsgewijs:
- teken één grote kader verspreid over het hele blad papier,
- verdeel deze kader in drie delen,
- in elk vak zie ik één grote cirkel (ga er nog maar enkele keren over met je stukje waskrijt, het is geen perfect getekende cirkel zoals met een passer),
- ik zie ook enkele kleine cirkels die verbonden zijn met de grote cirkels (ze hangen er aan vast),
- in één grote cirkel zie ik een kruis,
- in een andere cirkel zie ik een tandwiel (lijkt ook wel wat op de binnenkant van de wielen van een auto),
- ik zie ook enkele lijnen die van de ene kant van het blad naar de andere kant lopen,
- enzovoort.
Na enkele korte opdrachtjes, toont de lkr. hen het voorbeeldwerk. De kdn. bestuderen het werk. Nadien mogen ze ook bij de anderen in hun groepje kijken om te vergelijken met elkaar. De lkr. stelt de kdn. hierna enkele doelgerichte vragen:
- Lijkt jullie werkje op het voorbeeldwerk? Waarom wel/niet?
- Welke vormen op je eigen blad papier herken je ook op het voorbeeldwerk? Welke vormen komen steeds terug?
- Aan wat doet dit werk jullie denken? Wat herkennen jullie hierin?
1.3 Wie was Jean Tinguely?
De lkr. laat de kdn. rondlopen in de klas en vraagt hen om alle tentoongestelde werken van Jean Tinguely gericht te bestuderen. De kdn. passen in een latere fase de opvallendste beeldkenmerken van zijn werk toe op hun eigen creatie. Dit doen zij door dit inspirerend materiaal grondig waar te nemen. Samen worden de belangrijkste beeldaspecten zoals vormsoorten (tegengestelde vormen zoals hoekige en ronde vormen, geometrische en organische vormen, symmetrische en asymmetrische vormen, grillige en strakke vormen), kleurgebruik (felle en sombere kleuren) en lijnsoorten (zoals zigzag, kronkelend, recht, gebogen, golvend, stippellijn, streeplijn, spiraal, vloeiend, onderbroken, kort, lang, dik of dun) besproken via volgende doelgerichte vragen:
- Wat is je eerste indruk? Wat viel je op?
- Wat zie je precies? Welke vormen komen steeds terug? Welke lijnen zie je zoal? Wat kan je zeggen over zijn kleurgebruik?
- Wat vind je ervan? Welk gevoel krijg je bij het kijken naar zijn werk?
- Waarin verschillen deze werken van het voorbeeldwerk dat we daarnet hebben bestudeerd?
FASE 2 – KERN (20’)
2.1 Leef je uit met kleur!
De kdn. gaan terug naar hun plaats. Ze krijgen nu ieder één stuk gekleurd waskrijt (de eerste rood, de tweede blauw, de derde geel en de vierde groen). De lkr. geeft nu de opdracht om het volgende te doen: “Ik ga nu elke keer vragen om iets aan te passen op de tekening. Nadien schuif je jouw tekening in wijzerzin (met de klok mee) door naar de volgende persoon van jouw groepje. Zo moet je vier keer iets tekenen of aanpassen en mag je nooit twee keer hetzelfde blad voor je hebben liggen. Wanneer je eigen tekening weer terug tot bij jou is geraakt, zijn we klaar”. De lkr. geeft nu de volgende instructies:
- beweeg met je gekleurd waskrijt nu over één grote cirkel zodat die niet meer zwart is (geef nu je blad door),
- doe nu hetzelfde met een kleine cirkel (geef nu je blad opnieuw door),
- verbind twee cirkels met elkaar door een rechte lijn (geef het blad door),
- kleur een andere vorm volledig in (geef het blad opnieuw door).
2.2 Voeg mooie vormen toe!
De lkr. geeft aan dat de kdn. hun eigen werkje nu hebben teruggekregen en dat ze dit nog verder mogen uitwerken. Ze hebben nu inspiratie kunnen opdoen van elkaars werk maar ook van de andere werken van Jean Tinguely.
Elk kwartet beschikt ondertussen over een grote doos met waskrijt (verschillende kleuren). Nu is het de bedoeling om zelf mooie vormen uit de nieuwe, kleurrijke voorbeelden over te tekenen op hun eigen blad papier. Ze kiezen de mooiste vormen uit en zorgen ervoor dat ze rekening houden met de drie opvallendste beeldaspecten, nl. vormsoorten, kleurgebruik en lijnsoorten. Zo gebruiken ze deze keer verschillende kleuren waskrijt om wat meer kleur in hun werk te brengen. Deze kleuren mogen ze nu zelf uitkiezen. De lkr. kan enkele doelgerichte vragen stellen om hen gericht te laten kijken naar de werken van Jean Tinguely:
- Welke soorten lijnen zie je, die nog niet op jouw werkje staan? Welke vind je mooi?
- Zijn deze lijnen met zwart waskrijt of eerder met gekleurd waskrijt getekend? Wat zou hier de bedoeling van zijn?
- Welke vormen herken je, die nog niet op jouw blad terug te vinden zijn? Welke vind je mooi?
- Heb je alle kleuren waskrijt al eens gebruikt in je werkje? Welke nog niet?
2.3 Maak nu één creatief geheel!
Wanneer de kdn. klaar zijn met vormsoorten, kleurgebruik en lijnsoorten toe te voegen aan hun werkje, ruimen ze al het materiaal op. Voor de snelle werkers is er een wachtopdracht voorzien waarbij de kdn. Jean’s machines in beweging mogen bestuderen m.b.v. filmpjes. De schetsen waarrond we gewerkt hebben, dienden vaak als ontwerp voor deze machines. De kdn. proberen om de verschillende vorm- en lijnsoorten uit de schetsen terug te vinden in de machines.
FASE 3 – SLOT (15’)
Wanneer iedereen klaar is, mogen ze naar elkaars afgewerkte producten gaan kijken. Dit doen we klassikaal. Elk kind mag kort vertellen hoe hij/zij te werk is gegaan om dit werkje te creëren:
- Welke vormsoorten vond je het interessantst om te gebruiken? Waarom?
- Voor welke kleuren heb je gekozen? Waarom?
- Welke lijnsoorten heb je toegepast? Waarom net die lijnen?
Daarna kunnen ze proberen om hun eigen blad papier in vier delen te vouwen en elk deel apart te bestuderen. Wat is het mooiste stukje van mijn kunstwerk? Zo moet elk kind één stukje uitkiezen en vastkleven aan de andere werkjes, om er zo één groot geheel van te maken. Alle kleine individuele stukjes van de kdn. vormen uiteindelijk samen één groot kunstwerk. Er wordt tenslotte door de lkr. fixatief of haarlak over het grote kunstwerk heen gespoten, zodat de kleuren langer blijven behouden. Dit klassikaal gecreëerde kunstwerk kunnen de kdn. dan tentoonstellen in de gang zodat ook de andere kdn. van de school dit kunnen bewonderen.